Resolutie, beeldgrootte, DPI/PPI begrijpen

Resolutie en beeldgrootte

De termen resolutie en beeldgrootte zorgen vaak voor verwarring en misverstanden, omdat ze in de praktijk dubbelzinnig worden gebruikt. Men moet onderscheid maken tussen de volgende aspecten:

  • 1) Afbeeldingen als grafisch bestand op de computer (bijvoorbeeld foto's van de digitale camera)
  • 2) Afbeeldingen als afdruk of fotoprint

Grafisch bestand op de computer

Beeldgrootte

De beeldgrootte van een grafisch bestand wordt in pixels aangegeven. Onder de beeldgrootte verstaat men de afmetingen (breedte x hoogte) van een digitale afbeelding, bijvoorbeeld 4608x3072px. Meestal wordt de breedte eerst genoemd.
Een digitale afbeelding op de computer heeft nooit DPI, cm of inch als maat, alleen pixels.

Resolutie

Onder resolutie verstaat men bij digitale afbeeldingen het product van hoogte en breedte van de afbeelding in pixels. Bij een afbeelding met de grootte 4608x3072px is de resolutie dus 14155776 pixels, oftewel ongeveer 14,2 megapixels. Camerafabrikanten gebruiken graag de megapixelaanduiding om de resoluties van hun digitale camera’s te markeren.

Bestandsgrootte

De bestandsgrootte van een grafisch bestand zegt slechts beperkt iets over de resolutie. Deze hangt af van verschillende factoren, zoals het bestandsformaat en de compressie. Ter vergelijking:

  • Een PNG-afbeelding heeft meestal een grotere bestandsgrootte dan een JPG-afbeelding met dezelfde resolutie, omdat PNG verliesvrij gecomprimeerd wordt.
  • JPG-afbeeldingen met verschillende kwaliteitinstellingen kunnen sterk variëren: Een JPG-afbeelding met hoge kwaliteit heeft een grotere bestandsgrootte dan een met lage kwaliteit, hoewel beide dezelfde resolutie hebben.

Afbeelding als afdruk

Beeldgrootte

De beeldgrootte van een afdruk, bijvoorbeeld een poster of foto wordt in cm of inch (Engeland, VS) aangegeven en komt overeen met de papier- of doekgrootte. De grootte van een fotoprint kan bijvoorbeeld 10x15 cm zijn, of bij een poster bijvoorbeeld 90x60 cm.

Resolutie

De resolutie van een afbeeldingafdruk wordt in DPI (Dots Per Inch) of PPI (Pixels Per Inch) aangegeven. Hiermee wordt het aantal punten bedoeld dat een printer op een inch (=2,54 cm) kan afdrukken. Hoe hoger de waarde, des te fijner wordt de afdruk. Een gangbare afdrukresolutie is 300 dpi, wat voor gewone eisen meestal volledig voldoende is.

DPI / PPI

Betekenis

  • DPI betekent Dots Per Inch en verwijst naar het aantal drukpunten (dots) per inch.

  • PPI betekent Pixels Per Inch en verwijst naar het aantal pixels per inch.

DPI en PPI betekenen in principe hetzelfde, waarbij PPI de correcte term zou zijn, en DPI alleen bij bepaalde printers en drukprocedés gebruikt wordt.

Bij beeldbewerking heeft de enkele aanduiding van DPI/PPI nooit zin. De DPI/PPI-waarde moet altijd samen met de gewenste beeldgrootte in cm/inch worden opgegeven. Uit deze twee waarden kan dan de minimummaat van de digitale afbeelding in pixels worden berekend.
Voorbeeld: Een poster van 90x60 cm moet met minstens 150 PPI worden afgedrukt.
Uit deze opgave kan worden berekend dat de beeldgrootte van het digitale beeld minimaal 5315x3543 pixels (~18,8 megapixels) moet zijn:

Breedte : Formule PPI Breedte
Hoogte : Formule PPI Hoogte

Resolutie in de afbeeldingsinformatie van Windows Verkenner

De resolutie die in het eigenschappenvenster van een afbeeldingsbestand in Windows Verkenner of grafische bewerkingsprogramma's wordt getoond, kan genegeerd worden. Deze waarden hebben geen enkel belang en zorgen alleen maar voor verwarring.
De grootte van een digitaal beeld wordt alleen in pixels weergegeven. Een resolutie in DPI/PPI stelt men vervolgens vast wanneer de maat voor de afdruk wordt bepaald. Een resolutie van 300 DPI voor een 4608x3072px grote foto ontstaat dus alleen als de foto op 39x26 cm wordt afgedrukt.

Welke resolutie heb ik nodig?

Voor posters zijn 150 PPI meer dan voldoende. Hoewel veel printers hogere resoluties kunnen afdrukken, maakt dit in de praktijk nauwelijks verschil. Bij kijkafstanden die typisch zijn voor posters, kan het menselijk oog geen onderscheid maken tussen 150 PPI en hogere resoluties. Bij de drukvoorbereiding worden de beeldgegevens dienovereenkomstig geschaald, zodat een hogere resolutie dan 150 PPI alleen leidt tot onnodig grote bestandsgroottes, zonder de zichtbare detaillering te verbeteren.

Resolutie bij rapid.art producten:

Bij Rapid-Mosaic en Rapid-Map worden de afbeeldingen voor een specifieke afdrukmaat gerenderd. Elementen zoals tegels van het mozaïek of lijndiktes en kaartlabels bij stadskaarten zijn geoptimaliseerd voor een specifieke afdruk. Voor de gekozen afdrukformaat heeft het digitale beeld bij Rapid-Mosaic een resolutie van 150 PPI en bij Rapid-Map 225 PPI.

Bij het maken van fotocollages met Rapid-Collage kunnen de gemaakte collages op elke gewenste maat worden afgedrukt. Daarom wordt het digitale beeld in maximale resolutie gerenderd, wat overeenkomt met ongeveer 150 PPI bij een afdruk van 150x150 cm, oftewel meer dan 75 megapixels.

Instellingen beeldgrootte en resolutie bij Rapid-Mosaic

Bij Rapid-Mosaic hoef je alleen de maat van de poster of het canvas/acryl/dibond op te geven. De juiste resolutie wordt door het algoritme zelf berekend en automatisch ingesteld voor een goed drukresultaat. Je hoeft geen ingewikkelde berekeningen of instellingen te maken. Probeer het gewoon uit: